Weiland_koeien_Arjen1

Beloningsprincipe stimuleert bedrijfsmanagement

In de afgelopen drie jaar zijn VKA-BES-deelnemers verantwoord omgegaan met extra bemestingsruimte die ze binnen deze pilot kregen. Niet alle extra ruimte is benut en ieder jaar is minder kunstmest toegepast.

De ammoniakemissie is 2 kg/ha lager dan het vooraf gestelde doel. De fosfaatbemesting is toegenomen op de BES-bedrijven, maar evenwichtsbemesting is nog niet bereikt, omdat de BES-max-norm niet wordt toegepast.
Dit waren enkele conclusies tijdens de BES-VKA bijeenkomst, die eind juni gehouden is met de twintig VKA-melkveebedrijven die aan deze pilot meedoen. De BES-pilot gaat niet uit van één generiek bemestingsniveau, maar van flexibele bemestingsnormen voor zowel dierlijke mest als totale werkzame stikstof. De toegestane normen in de BES-pilot zijn gebaseerd op de gemiddelde stikstof- en fosfaatopbrengsten van de voorgaande drie jaren in de KringloopWijzer.

Terugblik en vooruitblik

WUR-onderzoeker Gerjan Hilhorst blikte terug op het BES-jaar 2022 en voorgaande jaren en Patrick Goorhuis van LNV blikte vooruit naar het perspectief van maatwerk in wet- en regelgeving met bedrijfsspecifieke sturing in het (mest)beleid.
De BES-pilot eindigt na dit jaar. Tijdens de bijeenkomst gaf Goorhuis aan dat in het lopende actieprogramma Nitraat er geen ruimte is voor een pilot met meer dierlijke mest, maar dat wel wordt nagedacht over de inzet van de stoffenbalans voor bedrijfsspecifieke sturing. “Binnen het ministerie blijft aandacht voor evenwichtsbemesting”, aldus Goorhuis.
BES-projectleider Jaap Gielen benadrukt de wens naar doelsturing, zoals dat in het concept-landbouwakkoord is beschreven. “Een betere benutting van mest met minder emissies tot gevolg werkt, zo hebben de BES-bedrijven de afgelopen jaren laten zien. Ook in het concept-landbouwakkoord wordt uitvoerig ingegaan op de overgang van middelen- naar bedrijfsspecifieke doelsturing om boeren in staat te stellen zélf te bepalen hoe zij invulling geven aan toekomstbestendige en duurzame landbouw.”

Beloningsprincipe BES werkt

Hilhorst complimenteerde de VKA-bedrijven met hun vakmanschap en bedrijfsspecifiek management. Op het gebied van fosfaat kon in de periode 2020-2022 bij de maximale BES-normen met dierlijke mest gemiddeld 14 kg extra fosfaat per ha meer worden toegediend in vergelijking met de generieke norm. De BES-deelnemers benutten deze ruimte niet volledig  en bemestten gemiddeld 4 kg per ha extra.
Ook de kunstmest stikstofgiften in de BES bleven achter ten opzichte van wat toegestaan was. Bij de maximale BES-norm kon gemiddeld 50 kg per ha meer worden bemest dan generiek, maar de BES-deelnemers bemestten gemiddeld niet meer dan 30 kg/ha kunstmest stikstof meer.
Hilhorst: “Niet iedereen kiest voor de maximale BES-norm. Het geeft een hogere plaatsingsruimte voor dierlijke mest, maar het kost de melkveehouders kunstmest en die afweging heeft alles te maken met bedrijfsspecifiek management. Dat is hoe de BES werkt. Melkveehouders bepalen zelf aan welke knoppen ze draaien om de benutting naar een hoger niveau te krijgen, want dat is economisch interessant. Dit beloningsprincipe werkt stimulerend, zo is gebleken.”

Melkveehouders draaien zelf aan de knoppen

Op zandgronden kon 42 kg stikstof uit dierlijk mest meer worden geplaatst dan generiek en op kleigronden is dat 69 kg/ha. Reden hiervoor is dat de fosfaatopbrengsten op klei hoger zijn dan op zandgrond. Op zandgronden is gemiddeld 14 kg per ha minder geplaatst dan de BES-max en op klei 44 kg per ha.
Hilhorst: “Ook hieruit blijkt dat de BES stimulerend werkt om het management naar een hoger niveau te tillen. De deelnemers hebben nagedacht of ze de mest goed benut zouden krijgen en wat de beperking in kunstmestgift betekent.”

Hilhorst complimenteerde de VKA-bedrijven met hun vakmanschap en bedrijfsspecifiek management. Op het gebied van fosfaat kon in de periode 2020-2022 bij de maximale BES-normen met dierlijke mest gemiddeld 14 kg extra fosfaat per ha meer worden toegediend in vergelijking met de generieke norm. De BES-deelnemers benutten deze ruimte niet volledig  en bemestten gemiddeld 4 kg per ha extra.
Ook de kunstmest stikstofgiften in de BES bleven achter ten opzichte van wat toegestaan was. Bij de maximale BES-norm kon gemiddeld 50 kg per ha meer worden bemest dan generiek, maar de BES-deelnemers bemestten gemiddeld niet meer dan 30 kg/ha kunstmest stikstof meer.
Hilhorst: “Niet iedereen kiest voor de maximale BES-norm. Het geeft een hogere plaatsingsruimte voor dierlijke mest, maar het kost de melkveehouders kunstmest en die afweging heeft alles te maken met bedrijfsspecifiek management. Dat is hoe de BES werkt. Melkveehouders bepalen zelf aan welke knoppen ze draaien om de benutting naar een hoger niveau te krijgen, want dat is economisch interessant. Dit beloningsprincipe werkt stimulerend, zo is gebleken.”

Op zandgronden kon 42 kg stikstof uit dierlijk mest meer worden geplaatst dan generiek en op kleigronden is dat 69 kg/ha. Reden hiervoor is dat de fosfaatopbrengsten op klei hoger zijn dan op zandgrond. Op zandgronden is gemiddeld 14 kg per ha minder geplaatst dan de BES-max en op klei 44 kg per ha.
Hilhorst: “Ook hieruit blijkt dat de BES stimulerend werkt om het management naar een hoger niveau te tillen. De deelnemers hebben nagedacht of ze de mest goed benut zouden krijgen en wat de beperking in kunstmestgift betekent.”

Besparing op kunstmest

Gevolg van ruimere bemestingsnormen met dierlijke mest in de BES betekent minder ruimte voor kunstmest. Bij BES-max moet 45 kg per ha minder kunstmest worden bemest dan generiek. De VKA-BES-deelnemers hebben 28 kg per ha minder bemest dan toegestaan bij de mestgift en zelfs 49 kg kunstmest minder toegepast dan generiek.
“De deelnemers gaan dus niet vol voor de BES en hebben zelfs ieder jaar bespaard op kunstmest. Kunstmest was duur en bovendien moeten de groeiomstandigheden er ook naar zijn”, aldus Hilhorst.

Ammoniakemissie lager dan doelen

Door deelname aan de BES mag de ammoniakemissie op de bedrijven niet toenemen. In 2020 scoren de bedrijven gelijk aan de vooraf opgestelde doelen en in 2021 en 2022 is de ammoniakemissie gemiddeld zelfs 4 kg lager dan het vooraf opgestelde doel. De verschillen tussen de bedrijven zijn groot.

Betere benutting ruw eiwit

De VKA-BES-bedrijven laten in de periode 2020-2022 een daling van het RE-gehalte zien van 163 naar 157 gram per kg ds. De TAN-excretie (TAN is het aandeel van de stikstof dat kan vervluchtigen als ammoniak) is gelijk gebleven, ondanks een stijging van de melkproductie met gemiddeld 5%.
“De benutting van ruw eiwit is dus naar een hoger niveau gegaan, een lager ruw eiwit-gehalte in het rantsoen is de sleutel voor een lagere ammoniakemissie”, aldus Hilhorst.

Stikstofopbrengst grasland
Gemiddeld is de stikstofopbrengst van grasland in de BES periode 2020-2022 20% lager dan in de pré-BES periode 2016-2019. De droogte heeft hier veel invloed op gehad. Aandachtspunt is het stikstofbodemoverschot, dat in 2020 en 2022 respectievelijk 11 en 45 kg per ha hoger is dan het doel. In 2021 is het resultaat van het stikstofbodemoverschot 11 kg per ha lager dan het doel, in 2022 voldoet geen enkel bedrijf aan het doel.

Laatste jaar BES
Dit jaar mogen de bedrijven nog bemesten volgens de BES-normen en wordt nog verslaglegging gedaan. Uitzondering zijn BES-boeren met grond in grondwaterbeschermingsgebieden. Hier geldt vanaf 2023 de 170 kg N / ha norm voor.