Melkveehouder Mathijs Groot Koerkamp in Harfsen boert in maatschap met zijn ouders en broer. Samen melken ze 165 melkkoeien en houden ze op een andere locatie nog eens 110 stuks jongvee. In totaal hebben ze 100 hectare in gebruik. Hiervan is dit jaar 26,2 hectare mais voor de teelt van snijmais of maiskolvenschroot. Ze hebben 74 grasland, waarvan 25,1 hectare grasklaver en 3 hectare kruidenrijk grasland. Mathijs deelde tijdens de praktijkmiddag zijn ervaringen rondom het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid op zijn bedrijf. “De kunstmest heb ik fors teruggeschroefd en gewasbeschermingsmiddelen heb ik helemaal niet meer gebruikt in de mais. Daarnaast heb ik het bodemleven gestimuleerd en heb ik steenmeel en kalk gestrooid’’, zegt Mathijs.
Deze experimenten voert hij uit binnen het project ‘Kennis in en door de praktijk’, waarin de Belgische onderzoeker Peter Vanhoof van Organic Forest EU een belangrijke rol speelt. Peter heeft een kringloopaanpak ontwikkeld, waarbij hij uitgaat van een gezonde biologie op het bedrijf in elke schakel van de kringloop.
Aan het begin van de bijeenkomst geeft Peter Vanhoof een bedrijfsanalyse van het bedrijf van Mathijs Groot Koerkamp. Het afgelopen jaar heeft Peter zelf veel informatie verzameld en geanalyseerd over dit bedrijf, onder andere: over mest, voer, drinkwater, kwaliteit melk. Hierbij maakt hij gebruik van grond-, mest- en kuilmonsters én waarnemingen op het bedrijf zelf. “Voelen, ruiken, proeven maken een belangrijk onderdeel uit van de analyse,” legt Peter uit. Met al deze kennis en informatie brengt hij de kringloop in beeld voor de bedrijfssituatie van Mathijs. Hij geeft met rode, groene en blauwe pijlen aan waar het bedrijf het goed doet en waar verbeterpunten zitten.
Op het bedrijf van Groot Koerkamp is de ruime N-bemesting een punt van aandacht. Om de kringloop in balans te krijgen is het belangrijk ervoor dat zorgen dat zijn dieren mest produceren die het bodemleven goed kunnen voeden. ‘’Als de bodemvruchtbaarheid optimaal is, krijg je gras met volwaardig eiwit die koeien goed kunnen verteren, waardoor je vervolgens weermest krijgt met minder onverteerd eiwit. Dat is mest die armer is van stikstof en koolstof. Hierdoor heb je minder verliezen en dit leidt bovendien tot een gezonde bodem,’’ aldus Peter.
Wil je meer weten over Peters kringloopverhaal? Bekijk dan zijn heldere uitleg in dit filmpje:
We starten op het maisperceel, waarbij Mathijs dit jaar geen gebruik maakt van chemie om onkruid te bestrijden. Een uitdaging, die vraagt om lef. Hij heeft er 20 ton vaste mest opgebracht en daarnaast 25 kuub rundveedrijfmest en 20 kilogram zuivere N in de rij. Zonder kunstmest was dit jaar voor hem nog een stap te ver. Hij heeft het perceel geploegd met een ecoploeg, om zo het bodemleven zo min mogelijk te verstoren en de organische stof zoveel mogelijk in de bovenlaag te behouden.
‘’Wij hebben geprobeerd het onkruid te bestrijden door het perceel drie keer te wiedeggen’’, zegt Mathijs. Eén keer voor het zaaien, één keer voor opkomst en één keer na opkomst. “Het blijft lastig om het juiste moment van eggen vast te stellen,’’ gaat hij verder. Her en der vind je melde en een enkele ridderzuring in zijn perceel. De tijd om mechanische bestrijding toe te passen is nu voorbij, omdat hij heeft gekozen voor een onderzaai. De onderzaai bestaat uit een mengsel van onder andere boekweit en Italiaans raaigras. “We hebben gekozen voor onderzaai, zodat het perceel na de oogst snel dicht is. Dit verlaagt de kans op uitspoeling van nutriënten en draagt bovendien positief bij aan het organische stofgehalte.’’
Een andere stop was een bezoek aan het kruidenrijk grasland. Sinds kort heeft Mathijs 3 hectare kruidenrijk grasland. Hij is hiermee aan de slag gegaan, omdat hij een bijdrage wil leveren aan de maatschappelijke discussie over biodiversiteit. Deze discussie hoopt hij te tackelen door te kiezen voor meer diversiteit op zijn bedrijf. Het kruidenrijk grasland draagt bij aan het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid door een diepere beworteling en meer organische stof. En de aanwezige vlinderbloemigen in het mengsel zorgen voor extra stikstofbinding. Het veranderende klimaat vraagt ook om andere gewassen. Zo lijkt het erop dat kruidenrijke graspercelen beter bestand zijn tegen droogte.
”Deze percelen vragen om minder kunstmest of liever helemaal geen kunstmest. De mineralen zouten moeten juist omlaag. Dat is niet alleen goed voor het bodemleven, maar werkt ook positief door op mijn kostprijs. Door de toenemende prijzen wordt het bodemleven steeds belangrijker en moet je op zoek naar alternatieven voor kunstmest, krachtvoer, energie en chemie,’’ merkt Mathijs op, “Het wordt steeds interessanter om de natuur meer en meer zijn werk te laten doen".
Op dit perceel heeft hij dit jaar op advies van Peter steenmeel aangebracht. De mineralen in het steenmeel helpen de nutriëntenbalans in de bodem te herstellen en dragen bij aan het verbeteren van de bodemkwaliteit. En dat de natuur zijn werk doet blijkt wel uit de profielkuil. Ook hier schept Peter met zijn profielspade een bodemprofiel uit. Zo laat hij zien hoe de bodem er van dit kruidenrijk grasland uitziet. Ondanks dat het perceel pas voor het eerste jaar kruidenrijk is, zie je al snel een verandering in de bodem. De diepere beworteling van de cichorei is goed waar te nemen, net als de extra robuuste beworteling van de klaver.
Het laatste perceel dat Mathijs en Peter ons laten zien is het zo genaamde bosperceel. Dit perceel ligt tegen een bosrand en heeft Mathijs doorgezaaid met grasklaver. Het perceel is net beregend en kleurt prachtig groen. Mathijs is ondertussen enthousiast over de witte klaver in zijn percelen. Witte klaver draagt bij aan de stikstoflevering en zorgt bovendien voor een enorm bodemvolume. De beworteling is toegenomen van 18 naar 35 centimeter.
Bovendien heeft hij groencompost op dit perceel gebracht met als doel het organische stofgehalte te verhogen.
Ook op dit perceel gaat de profielspade tot 40 centimeter de grond in. Peter analyseert het profiel op beworteling, bodemleven en meet de warmte van de bodem. Hij legt vervolgens het nut uit van de pendelaars. Deze wormen leven van plantenresten en organische mest aan de oppervlakte en kunnen soms wel tot 1,5 meter diep dit hun verticale gang intrekken. Dit zorgt ervoor dat de bodem voldoende zuurstof krijgt, zodat het bodemleven nog beter zijn werk kan doen.
De deelnemers luisteren aandachtig naar het verhaal van Peter en zijn zeer geïnteresseerd. Voor veel aanwezigen is deze manier van naar de bodem kijken nieuw. Ze gaan met veel nieuwe kennis en inzichten op het gebied van bodem richting huis.