De laatste praktijkavond Natuurinclusief boeren, in een serie van zes bijeenkomsten, vond plaats bij Gerrit in Deil. Zo’n 30 deelnemers gingen onder leiding van Rochus Kingmans het gesprek aan over natuurinclusief, biologisch en gangbaar met elk een eigen verdienmodel. Er waren diverse fruittelers aanwezig, evenals betrokkenen vanuit de sector, provincie en politiek. Al met al een gemêleerd gezelschap dat op zoek is naar een antwoord op de vragen: Wat is natuurinclusieve landbouw? Hoe geef je hier invulling aan op je eigen bedrijf? En wat is het verdienmodel hierachter? Vragen die zeker leiden tot discussie onder de aanwezigen.
Gerrit start de avond met een stukje historie over zijn bedrijf en zoomt vervolgens in op zijn omslag binnen zijn bedrijfsvoering. Hij teelt 4 hectare peren (Conference), 8 hectare appels (Elstar en Red Prince), een hoekje kersen en sinds 2 jaar een hectare noten. ”Vanaf mijn 20e heb ik gespoten met gewasbeschermingsmiddelen tegen spint. Als het oranje kleurde in de boomgaard pakte ik de spuit. Na 6 tot 7 keer met de spuit door de boomgaard was mijn portemonnee leeg en was de spint nog niet verdwenen.’’ Op zoek naar een alternatief is hij roofmijten gaan inzetten, zoals veel fruittelers dat doen. En met succes. Maar dit jaar heeft hij voor het eerst weer spint waargenomen. Door de jaren heen was de spint volgens hem zo ver afgenomen dat de roofmijten niets meer te eten hadden en waarschijnlijk elders op zoek zijn gegaan naar voedsel. ‘’Dan is het een kwestie van kijken, kijken en nog eens kijken. En wachten en wachten in mijn geval. Uiteindelijk heb ik niet hoeven spuiten, maar het was wel spannend. Het blijft altijd zoeken naar een ecologisch evenwicht,” merkt hij op.
Gerrit zoekt voortdurend naar alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen, veelal door het zelf te testen in de boomgaard. Maar dat is niet zonder risico. Vandaar dat het voor hem een bewuste keuze is om niet om te schakelen naar biologisch. ‘’Soms kan het niet anders, dan moet je ingrijpen. Zeker als het gaat om schimmels,’’ vult hij aan. Ook ligt het aan tonnen te oogsten biologisch fruit een stuk lager, waardoor het kostentechnisch niet interessant is voor hem. Bovendien zijn de marges flinterdun in de fruitteelt. ‘’Er hoeft maar iets te gebeuren of er blijft niets over onder de streep,’’ gaat hij verder. Hij illustreert dat aan de hand van een voorbeeld. Nog geen 2 maand geleden heeft hij 200 ton Red Prince appels afgeleverd. Hij hield hier precies 840 euro aan over.
De ondergaande zon, bomen vol appels maken het plaatje tijdens de excursie tussen de bomen compleet. Al lopend door de boomgaard vertelt Gerrit wat hij heeft gedaan op het gebied van bodemverbetering en natuurlijke plaagbestrijding. Gerrit licht toe wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan. Zo heeft hij in het kader van het project Natuurinclusief Betuws Boeren geëxperimenteerd met het aanleggen van grasbanen met madeliefjes en klaver, randen met een bloemenmengsel en champignonmest toegevoegd aan de bodem. Ook heeft hij het snoeihout onder zijn perenbomen laten liggen. ‘’De biodiversiteit in de boomgaard is zeker toegenomen. Het aantal zweefvliegjes, wilde bijen, oorwormen, sluipwespen en andere natuurlijke plaagbestrijders is flink gestegen. Dat geldt ook voor het aanwezige aantal muizen, vogels, hazen en konijnen. Dat is de andere kant van het verhaal. Deze kunnen weer schade aanrichten. “Het blijft constant een zoektocht naar het juiste ecologische evenwicht’’, merkt Gerrit nogmaals op.
Dat ecologische evenwicht zoekt Gerrit ook voor in de bemesting. De bomen krijgen nog wel kunstmest in de vorm van KAS en Kali. Deze giften zijn goed voor de korte termijnbehoefte, terwijl de compost een investering is voor de toekomst. Ook heeft hij gips en steenmeel gestrooid om het bodemleven verder te stimuleren. Maar de grootste zoektocht speelt zich af rondom de gewasbeschermingsmiddelen binnen de fruitteelt. Gerrits ervaringen worden aangevuld door kennis van Ferdy Tolhoek, adviseur gewasbescherming bij Centrale Adviesdienst Fruitteelt: ‘’Een groot aantal middelen mogen de fruittelers de komende jaren niet meer gaan gebruiken, maar daar tegenover staat dat er nog geen goede alternatieven zijn. We zitten midden in een transitie waarin we behoefte hebben aan kennis en concrete oplossingen’’. Dit moet in praktijk en in het onderzoek verder onderzocht worden. Wat is er mogelijk op het gebied van groene gewasbescherming en natuurlijke plaagbestrijding. Hierbij moeten we wel de opmerking maken dat de risico’s groot zijn en de marges klein in de sector. ‘’Er moet uiteindelijk wel geld verdiend worden,’’ zegt Gerrit.
Nadat de schemering invalt, legt Hermen Vreugdenhil, manager van het Collectief Rivierenland in de schuur uit wat het collectief is en wat de mogelijkheden zijn van het ANLb in het rivierengebied. Het collectief kent 500 leden en heeft op dit moment 3.000 hectare onder beheer. De subsidieregelingen zijn gericht op het herstel en behoud van doelsoorten. De komende tijd staat in het teken van het afsluiten van nieuwe contracten. “Het budget is met 50% gestegen naar 4,5 miljoen voor onze regio. Dit biedt nieuwe mogelijkheden,’’ is de boodschap van Hermen Vreugdenhil. ‘’We gaan aan de slag met nieuwe gebiedscontracten waarin we alle sectoren willen meenemen. Dus ook de fruitteelt, boomteelt en wijnbouw,’’ gaat hij verder. Er zijn nu speciale pakketten die in het teken staan van de blauwe en groene dooradering. Deze zijn gericht op het verbeteren van de waterkwaliteit en biodiversiteit. ‘’Hier liggen zeker kansen voor de fruitteelt,’’ zegt Hermen.
Samen met de CAF gaat het collectief een aantal bedrijfsnatuurplannen maken bij fruittelers om onder meer te onderzoeken in hoeverre maatregelen in te passen zijn binnen de fruitteelt. Te denken valt aan bloemenranden of patrijzenrand nabij of in de boomgaard, maar ook bemestingsvrije zones langs watergangen. Voor het toepassen van deze maatregelen sluit de ondernemer dan een contract af van minimaal 6 jaar via het Collectief en ontvangt hiervoor vanuit ANLb een beloning voor zijn geleverde diensten. Ook ging hij kort in op de nieuwe GLB-regeling, waar eco-diensten een onderdeel van uitmaken. De precieze invulling hiervan is nog niet helemaal rond. Het komt erop een neer dat ondernemers een beloning krijgen voor geleverde groene en blauwe diensten. ‘’De komende tijd is het belangrijk te onderzoeken in hoeverre deze regelingen in te passen zijn binnen de bedrijfsvoering,” gaat Hermen verder Tot slot adviseert hij om contact op te nemen met de gebiedscoördinator van de Agrarische Natuurvereniging in je eigen regio als je meer wilt weten of advies wil inwinnen.
Henri Holster, adviseur bij De Fruitmotor en projectleider van het project KPI’s fruitteelt, borduurt verder op het verhaal van Hermen. Hij richt zich op de vraag: Hoe ga je verdienen aan natuurinclusief als fruitteler. En hoe ontwikkelen we samen een systeem dat controleerbaar en uitvoerbaar is in de praktijk. Een stapeling van beloningen via GLB en ANLb kan hier onderdeel van uitmaken. Binnen het project KPI’s natuurinclusieve fruitteelt is afgelopen 2 jaar gewerkt met de fruitteeltsector aan het ontwikkelen van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). Dit moet leiden tot een nieuw verdienmodel voor de ondernemer. Een systeem dat bijdraagt aan een stuk waardering voor de ondernemer voor zijn extra inspanning om te komen tot een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering. Het project heeft geleid tot het uitwerken van 5 thema’s, die vervolgens zijn gekoppeld aan de verschillende doelen en de daarbij behorende maatregelen. Zie de presentatie Kritische Prestatie Indicatoren duurzame fruitteelt
‘’De volgende stap is om aan dit systeem euro’s te hangen’’, zegt Henri. “We gaan aan de slag met 4 telers in Gelderland, 4 telers in Utrecht en 4 boomtelers. Eén van de telers is Gerrit Verweij De Geus. We onderzoeken vervolgens hoe we dit systeem van KPI’s in de praktijk kunnen uitvoeren, waarbij we ons focussen op de verdeling van het geld, sturen op doelen, borging en het betrekken van andere partijen. Hoe dit in praktijk uitpakt, ontdekken we de komende tijd samen.’’
Rochus Kingmans vat de avond samen met een opsomming van werkwoorden; kijken, nemen, geven, leren, waarderen en bewegen. Hij concludeert dan ook dat natuurinclusieve landbouw hard werken is voor iedereen of je nu grote of kleine stappen zet.