Zover je kunt kijken zie je akkerbouw- en graspercelen omzoomd met akkerranden, struwelen, zonnebloemen en botanisch gras in de Gelderse Waard. Deze percelen pachten Sander Tiecken en Jan Huigen van Twickel en boeren daar natuurinclusief. Dit doen ze onder meer om de biodiversiteit te verhogen.
Sander Tiecken (31) woont samen met zijn vriendin Joyce en zijn twee kinderen op de Waardmansplaats. Op dit melkveebedrijf houdt hij 100 melkkoeien en 40 stuks jongvee. Hij heeft de beschikking over 108 hectare land, waarvan 27 hectare natuurland en 7 hectare bestaat uit randenbeheer. Ruim 3 jaar geleden is Sander samen met Herman Lucassen in maatschap gegaan, en zijn ze samen dit project ingestapt. Toen de voormalig pachter stopte bood dat nieuwe kansen voor Sander, Herman en Twickel. Sander en Herman hebben de boerderij, vee, machines en alles eromheen verhuisd van Doesburg naar Aerdt. Wilke Schoemaker van Twickel vertelt enthousiast over wat dat betekende voor de ontwikkelingen in de Gelderse Waard. ‘’Het gaf ons als Twickel de kans om 20 procent van het landbouwareaal om te vormen naar natuur. Door daarnaast ook nog eens te kiezen voor een extensievere biologische bedrijfsvoering kwam er meer ruimte om natuur en landbouw weer meer met elkaar te verbinden. ‘’De overstap van gangbaar naar biologisch zag ik als een uitdaging. De eerste twee jaar zit je in een omschakelingstraject; je maakt extra kosten, maar daar staat nog geen hogere melkprijs tegenover. Dit waren dure jaren qua kostprijs. Hierbij had ik het geluk dat de verpachter Twickel ons tegemoetkwam door een passende pachtprijs te vragen’’, zegt Sander. Nu hij volledig is omgeschakeld kan hij de melk afzetten tegen een hogere melkprijs bij zijn huidige biologische melkfabriek Eko Holland. De extra kosten die hij maakt als biologische boer krijgt hij nu gedeeltelijk terugbetaald.
Jan Huigen (29) woont samen met zijn vriendin Hanneke op het akkerbouwbedrijf, de Bouwplaats genaamd. Hier runt zij een kinderopvang. Hij is een gangbare akkerbouwer en heeft daarnaast een vleestak met 70 stuks charolais. De afgelopen vier jaar heeft hij zijn bedrijfsvoering een stuk natuurinclusiever en extensiever gemaakt. ‘’Zo ben ik naar een bouwplan van 1 op 5 gegaan. En teel ik tarwe, bieten, aardappelen, uien en zaaizaad’’. Een eis van Twickel was dat 10 procent van dit gebied een groene dooradering kende. Dit betekent voor het bedrijf van Huigen dat langs bijna al zijn percelen struweelhagen of akkerranden zijn gesitueerd. “In totaal gaat het in dit gebied om 18 kilometer struweelhaag, ruim 70 hectare botanisch grasland en ruim 7 hectare akkerranden’’, somt Wilke op, terwijl hij samen met de boeren uitkijkt op de laatste bloeiende bloemen langs de akker bij Huigen. Het wemelt er van vlinders en insecten. Vogels zijn druk in de weer met het pikken van de bloem- en graanzaden. ‘’Dat is toch een prachtig gezicht. Je ziet echt effect’’, zegt Huigen. ‘’Ja, zo is het prachtig om te horen dat er dit jaar voor eerst sinds jaren 2 broedsels van de patrijs is uitgebroed’’, zegt Wilke Schoemaker. “Hier doen we het samen voor’’, voegt Marije Slijkhuis, coördinator van het Collectief Rivierenland eraan toe.
Op initiatief van Twickel wordt het tussenliggende landbouwgebied in de Gelderse Waard natuurlijker gemaakt. ‘’Door de gronden extensiever te gebruiken ontstaat er meer biodiversiteit’’, zegt Schoemaker. ‘’De bodem en het bodemleven spelen daarin een belangrijke rol’’, menen de boeren. ‘’Ik ben niet voor niets overgestapt naar vaste stromest voor mijn akkerbouwpercelen. Ik zie dat het positief effect heeft binnen mijn bedrijfsvoering’’, zegt Jan. Ook voor Sander is een gezonde bodem van essentieel belang als biologisch melkveehouder. “Ik kan niet meer corrigeren met kunstmest en moet mijn mest van het eigen bedrijf zo optimaal mogelijk inzetten op de verschillende percelen. Je merkt wel dat de bodem moet wennen van een gangbare naar biologische situatie’’, zegt hij. De afgelopen twee jaar heeft hij dan ook veel geleerd op dat gebied en merkt dat de grond zich langzaam aanpast. Dat geldt ook voor de grasmat. Er ontstaat meer variatie in de percelen. Dit komt natuurlijk ook door het botanisch beheer.
Door extensievere landbouw toe te passen is er ruimte gecreëerd voor natuur- en landschapselementen. De kosten voor de aanplanting en de aanleg van landschapselementen zijn voor drie kwart gefinancierd door Provincie Gelderland. Ook de erven van de ondernemers kennen een gebiedseigen beplanting en weer een hoogstam boomgaard. ‘’Het laatste kwart hebben wij vanuit de Stichting betaald’’, merkt Wilke op. Voor het beheer van de aanliggende stroken krijgen de boeren een vergoeding vanuit het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer. ‘’Hier haken wij als Collectief Rivierenland aan’’, zegt Marije. ‘’De afgelopen jaren weten we elkaar steeds beter te vinden. Als Twickel wensen heeft op het gebied van natuurontwikkelingen of behoud van soorten kijken wij in hoeverre wij die wensen mee kunnen nemen in bijvoorbeeld aanvullend agrarische natuur- en landschapsbeheer voor het betreffende jaar’’, merkt Marije op. “Zo vullen we elkaar aan en komen gezamenlijk tot een nieuwe vorm van landbouw waarin ook ruimte is voor natuur en waar een beloning voor beheer tegenover staat’’, merkt ze tot slot op.
Fotograaf: Annemieke Kok