- De bloemenrand levert al binnen een jaar meerwaarde voor bestuivers.
- Effect op bestuiving en oogstopbrengst kostte enkele jaren. Dit vraagt om geduld en zorgvuldig meerjarig beheer.
- De huidige bloemranden hebben beperkte oppervlakte. Testen met een grotere oppervlakte is de moeite waard.
- De (extra) kosten zijn terug te verdienen. Financiële winst is verwaarloosbaar, maar er is wel biodiversiteitswinst.
Het nut en het beheer van de bloemenstroken is het belangrijkste thema in de discussie, naast het verhogen van de organische stof en mechanische onkruidbestrijding. Het zijn de drie thema’s waar ze aan werken. Ze zien de noodzaak het beheer van de bloemenstroken af te stemmen op een betere leefomgeving voor de nuttige insecten voor hoofdzakelijk de plaagbestrijding, maar ook bestuiving speelt een belangrijke rol.
De deelnemers hebben inmiddels meerdere jaren ervaring met de bloemenstroken in de boomgaard. Na het opdoen van de ervaring met de aanleg van de bloemenstroken ligt de aandacht nu op het beheer: wanneer en hoe moet je maaien? Doel is om de natuurlijke vijanden tijdig het gewas in te krijgen en tegelijkertijd de bloemenstroken jarenlang effectief te houden. De deelnemers hebben behoefte aan nader onderzoek naar het effect van gevarieerd maaien, bijvoorbeeld op de Proeftuin Randwijk.
Voor de natuurlijke plaagbestrijding en het aantrekken van bijen voor de bestuiving is het nodig meer variatie in beheer aan te brengen in de bloemenstroken. Tot nu toe zijn vaak alle stroken tegelijk gemaaid. Maar gedeeltelijk of gefaseerd maaien van de stroken geeft een betere leefomgeving voor de insecten en de (wilde) bijen. Met de keuze voor het tijdstip van maaien is daarnaast te regelen dat natuurlijke plaagbestrijders en bijen op het goede moment de bomen opzoeken. Hoe dat te doen en met welk effect, daar zijn nog veel vragen over.
De deelnemers zien dat het tijd vraagt voor er een goede natuurlijke balans is gevonden met de aanwezigheid van nuttige insecten voor natuurlijke plaagbestrijding. De nuttige insecten moeten alle kans krijgen hun werk goed te doen. Lukt ze het niet de heersende plaag goed te bestrijden, dan grijpt de teler naar gewasbeschermingsmiddelen die goed integreerbaar zijn. Zit er niks anders op, dan kan het noodzakelijk zijn om gewasbeschermingsmiddelen in te zetten die in mindere mate integreerbaar zijn, dit om oogstderving te voorkomen.
Echter kan met gewasbeschermingsmiddelen het natuurlijk evenwicht in de boomgaard verstoord worden. Het vraagt dan tijd voordat de natuur weer hersteld is. Als mogelijk is het beter een brandhaard alleen op die plaats te behandelen en niet het hele perceel. Nieuwe technieken die in ontwikkeling zijn, kunnen hier mogelijk in gaan helpen, bijvoorbeeld het scouten van het gewas. De telers in het netwerk zijn hier door de jaren heen steeds meer bewust geraakt van de kracht van de natuur, evengoed dat je moet leren hier goed mee om te gaan. Het vraagt om de juiste kennis van de teler om dit goed te kunnen beoordelen.
Ook is nog gekeken en gesproken over de bestuiving, de appels stonden nog mooi in bloei. Volgens teler Gerrit heeft hij de inzet van honingbijen dit jaar volledig achterwege kunnen laten. Dit omdat de bloemenstroken, in zijn alweer drie jaar oude mengsel, veel meer wilde bestuivers aantrekken. Daarnaast heeft hij twee jaar geleden in de grasbaan madeliefjes gezaaid. “Dat duurde even, maar dit seizoen was het volledig wit in de grasbaan en zoemde het volop”.
Om meer organische stof in de bodem te krijgen kiezen een aantal deelnemers ervoor het fijne snoeihout onder de bomen te laten liggen. Het grovere hout wordt versnipperd. Het heeft even tijd nodig, maar de bodem zie je ten goede veranderen, aldus de telers. Enkele telers willen het maaisel met een simpele aanpassing aan de machine het maaisel verspreiden over de zwartstroken onder de bomen. Dit verschraalt de bloemenstroken en levert twee voordelen op. Ten eerste verhoogt het het organisch stofgehalte. Ten tweede biedt het schuilgelegenheden aan voor natuurlijke vijanden.
WageningenUR doet onderzoek naar de verdienmodellen met de toepassing van bloemenstroken en natuurlijke plaagbestrijding. Het eerste onderzoek heeft plaatsgevonden voor de aanpak in de blauwe bessen. Onderzoeker Arjen de Groot heeft tijdens het bedrijfsbezoek een korte presentatie gegeven van het onderzoek. Daarbij is gekeken naar de invloed op de bestuiving, natuurlijke plaagbestrijding, behoud biodiversiteit en aantrekkelijkheid van het landschap.
Tijdens het bedrijfsbezoek bespraken de telers dat ze biodiversiteit juist willen en het goed mogelijk nog eens beloond gaat worden. Daarnaast probeert elke ondernemer het beheer slimmer en kostenefficiënter uit te voeren. Al met al waren er heel bemoedigende resultaten van dit onderzoek. In het najaar komt een soortgelijk onderzoek bij hardfruittelers in de Betuwe naar buiten. De groep kijkt uit naar de resultaten daarvan.