De eerste spreker was Hubert Kremer van Biomuhle (https://www.biomuehle-kraeuter.de/). De presentatie ging over hoe voeding bepalend is voor de gezondheid van de koe en daarmee voor de kwaliteit van de melk en de mest. Hij observeerde dat koeien te veel darmgericht gevoerd worden in plaats van pensgericht, waardoor koeien ziek worden. Veearts kosten lopen hoog op en koeien gaan maar een paar lactaties mee. Het is essentieel dat koeien minimaal 20% hooi gevoerd krijgen, zodat ze kunnen herkauwen. Dat zorgt voor gezondere koeien én voor gezondere melk. Hubert heeft melk onderzocht op vetzuren en toonde aan dat de verhouding van vetzuren omega 3, 6 en 9 beter is bij koeien die minstens 20% hooi gevoerd krijgen en minder krachtvoer.
Nick van Eekeren van het Louis Bolk Instituut gaf de tweede presentatie, over mestkwaliteit en kruidenrijk grasland. Hij stelde dat goede mestkwaliteit afhankelijk is van het type bodem en van het doel. Voor grasland, bouwland en kruidenrijk grasland verschilt dat. Er is continue interactie tussen bodem, gewas, koe en mest. Bodemkwaliteit bestaat uit zes componenten (waterhuishouding, organische stof, bodemstructuur, beworteling, bodemleven en bodemchemie) en die zijn allen even belangrijk. Hij gaf tips over de toepassing en het beheer van kruiden op zandgrond. De pH op zand moet tussen de 5 en 5,5 zijn voor klaver. Een klavermengsel werkt het beste op arme, schrale zandgrond. Als een bodem rijk is en veel wormen bevat doet een klavermengsel het minder goed en kan het beste voor gras worden gekozen. Want, hoe hoger het stikstof leverend vermogen is van een grond, hoe lager het klaver aandeel zal zijn. Klaver onttrekt namelijk stikstof uit de lucht en is niet gebaat bij stikstof uit de bodem. Gebruik daarom op klaver geen drijfmest, maar bij voorkeur een P+K (en eventueel zwavel) bemesting.
Art vertelde als laatste over zijn ervaringen. Onder begeleiding van Peter Vanhoof heeft hij een aantal aspecten veranderd op zijn bedrijf. Vanhoof heeft een bedrijfsscan gedaan en geconstateerd dat de mest niet op orde was, die was aan het rotten. Stinkende mest bevat te veel stikstof en giftige stoffen en een lage C:N verhouding. Vanhoof heeft ook het bodemleven onderzocht. De conclusie was dat het bodemleven te weinig actief was. Dat kwam door kunstmest met ureaseremmers, die remmen ook het bodemleven. Andere oorzaken waren de lage mestkwaliteit en een bodemverdichting op 30cm. Door veranderingen door te voeren heeft Art zijn ammoniakemissie al gereduceerd van 55,5 naar 37,9 ppm. Art vertelde dat het toevoegen van melkzuren (kaaswei) aan de mest de NH3 emissie flink heeft verlaagd. Melkzuren verbeteren de balans van bacteriën in de mest, waardoor goede bacteriën de overhand krijgen.
Na de presentaties is in het veld gekeken naar een kluit kruidenrijk grasland onder begeleiding van Nick van Eekeren. De aanwezigen gaven aan dat het beheer van kruiden niet gemakkelijk is. Kruiden komen niet op, of verdwijnen snel. Door met elkaar het veld in te gaan en ervaringen uit te wisselen kunnen we het steeds beter onder de knie krijgen.