20230829 160504 Resized

Schreeuw om nieuwe verdienmodellen voor fruitteelt

Ruim 30 geïnteresseerden namen deel aan de bijeenkomst ‘Winst en mogelijkheden voor natuurinclusieve fruitteelt'. De afgelopen jaren is er op kleine schaal veel geëxperimenteerd met verschillende natuurinclusieve maatregelen met wisselend succes. De risico’s zijn groot en de marges zijn klein. De behoefte aan nieuwe verdienmodellen is groot onder de aanwezigen in de zaal. Maar de zoektocht naar een haalbaar en betaalbaar systeem binnen de fruitteelt is niet eenvoudig.

Vorig jaar sloten we de serie van 6 inspiratiemiddagen af bij Gerrit Verweij De Geus in Deil. Dit jaar vond juist hier de eerste inspiratiemiddag plaats. Het thema van de bijeenkomsten dit jaar is ‘Natuurinclusief in Cijfers’. De belangrijkste vraag daarbij is: Wat levert natuurinclusieve landbouw daadwerkelijk op? Het was lastig om dit uit te drukken in keiharde euro’s, maar Gerrit is maar wat blij met deze manier van ondernemen. Voor hem betekent het vooral meer bloemen, meer insecten en minder spuiten in de boomgaard. "Ik geniet dagelijks van meer natuur om mij heen. En door de jaren heen pluk ik daar langzamerhand de vruchten van. Ik heb leren vertrouwen op de natuur.’’ Hij durft vaker bespuitingen uit te stellen in afwachting of de natuurlijke vijanden hun werk gaan doen. Echter maakt Gerrit zich ook wel zorgen. Want middelen in de uitvoering van correcties wanneer de kwaliteit van het fruit in geding komt, verdwijnen steeds vaker van de markt. Waar mogelijk probeert Gerrit meer en meer met de natuur samen te werken. Elke bespuiting die hij uitspaart, bespaart hij geld en het levert bovendien winst op voor de natuur.

Hoofddoelen in beeld

Na een korte introductie van Gerrit ging Ferdy Tolhoek van de Centrale Adviesdienst Fruitteelt in op de winst en mogelijkheden van natuurinclusieve fruitteelt. Hij stipte aan voor welke uitdagingen de telers de komende jaren staan. Hij noemde onder andere waardeverdeling in de keten, arbeid, precisielandbouw, certificering, landbouwakkoord, water en klimaat. Omvangrijke thema’s waar fruittelers pas echt een bijdrage aan kunnen leveren als ze ook echt geld verdienen. "Voor een gezonde sector moeten telers in eerste instantie geld onder de streep overhouden, zodat zij kunnen inspelen op deze ontwikkelingen".

Ferdy koppelde deze ontwikkelingen aan een viertal hoofddoelen die onderdeel uit maken van de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s):

  1. verbeteren biodiversiteit
  2. verbeteren waterkwaliteit en -beheer
  3. verbeteren bodemkwaliteit
  4. omgaan met en tegengaan van klimaatveranderingen
Biodiversiteit

Binnen verschillende projecten is op kleine schaal veelal succesvol geëxperimenteerd met maatregelen om de agro-biodiversiteit te versterken. Ferdy vertelt: "Er is veel ervaring op gedaan met bloemenstroken, zowel om de boomgaard als in de boomgaard. Deze bloemenstroken dragen bij aan natuurlijke plaagbestrijding. Ook grasbanen met kruiden en windkeringen leveren een positieve bijdrage aan het verbeteren van de biodiversiteit. Dit zorgt voor meer roofwantsen en meer bestuivende insecten. En zoals Gerrit al benoemde, betekent dat minder inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast hebben we ook ervaren dat in een aantal percelen dergelijke maatregelen minder succesvol waren. Het is dan vervolgens belangrijk om hiervan de oorzaak te achterhalen, dat nog niet altijd zo simpel is. Oftewel de ondernemer is niet altijd verzekerd van succes op dit front."

Bodem

Het verbeteren van de bodemkwaliteit levert voor veel fruittelers winst op. Veel telers hebben de afgelopen jaren gezien dat een gezonde bodem leidt tot een gezondere teelt.  Ze hebben zich onder andere gefocust op het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem door het toepassen van compost. 

Water

Bij het verbeteren van de waterkwaliteit ligt de focus vooral op het verminderen van het middelengebruik. “De afgelopen jaren zijn er veel middelen verdwenen, daarvoor in plaats zijn de zogenaamde groene middelen gekomen. Deze zijn vaak duurder en minder effectief.  Om middelen met een tijdelijke vrijstelling op de markt te krijgen dat nu overigens zeer stroef verloopt terwijl zich flinke problemen voordoen op het front van kever bestrijding hebben wij intern weleens gesproken over het idee, dat specifieke middelen alleen op recept verkrijgbaar zijn. Dus een expert bepaalt dan, of er wel, of niet gespoten mag worden’’. Gerrit is erg terughoudend met de inzet van middelen die de natuur tegen werken, ten eerste omdat het geld kost, maar ten tweede omdat je ook veel nuttige insecten bestrijdt, die juist een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan plaagbestrijding, maar soms kun je simpelweg niet anders om kwaliteitsderving te voorkomen. ‘’Het is elke keer weer een nieuwe afweging,’’ merkt hij op. Naast behoud van waterkwaliteit hebben de fruittelers het water ook hard nodig voor druppel-irrigatie en het besproeien van de bomen tijdens nachtvorst en hitteperiodes.

Klimaat

Als laatste ging Ferdy in op het thema klimaat. Hij somde een aantal succesvolle maatregelen op, zoals het verminderen van de kunstmestgift, minder bespuitingen en minder maaien in de boomgaard. Dit leidt onder meer tot een verlaging van de brandstofgift. Een aantal telers kiezen voor duurzame energie in de vorm van zonnepanelen.

Toekomstbeeld fruitteelt

De toekomst van de fruitteelt vindt Ferdy lastig te voorspellen. Er zijn zoveel onzekere factoren op dit moment. De risico’s zijn groot en de marges zijn flinterdun. Het is duidelijk dat we moeten samenwerken met de natuur om plagen te onderdrukken. Dit vraagt om kleinere percelen met meer diversiteit, terwijl de markt vraagt om grote renderende bedrijven. De toekomst zal dit uitwijzen. Ferdy: "Maar we blijven ons stinkende best doen om de fruittelers te ondersteunen om tot een kwalitatief goed eindproduct te komen en waar mogelijk in samenwerking met de natuur."

Download hier de presentie van Ferdy Tolhoek

Zoektocht naar passend verdienmodel

Als tweede spreker ging Henri Holster, bestuurder en projectleider bij De Fruitmotor, de discussie met de zaal aan rondom het nieuwe verdienen. Hij lichtte toe wat de stand van zaken is rondom de ontwikkeling van een controleerbaar en uitvoerbaar beloningssysteem voor de fruitteelt. De basis hiervoor zijn de Kritische Prestatie Indicatoren, die nu zijn vastgelegd. Deze set van indicatoren test hij samen met CAF, CLM en vier telers, waarvan Gerrit er één is. Dit hopen ze komende jaren op te schalen naar 50 telers. "Samen zoeken we naar een nieuw beloningsysteem. Waarin diensten zoals klimaat, water en biodiversiteit beloond gaan worden. Dit vraagt om nieuwe bedrijfs- en ketenmodellen. Een model dat bijdraagt aan zowel de economie, als de ecologie, als de maatschappij. Het is een uitdagend traject. Ik roep dan ook iedereen in de keten op om hier samen handen en voeten aan te geven."

Om aan te geven hoe lastig het is in de fruitteelt om tot een betaalbaar systeem te komen, had Henri een kostenvergelijking gemaakt tussen de melkveehouderij en de fruitteelt. Hij benadrukte dat het slechts een illustratie was, maar het beeld gaf wel duidelijk weer dat een passend verdienmodel voor de fruitteelt niet eenvoudig is.

Voorbeeld rekensom melkvee - fruit

Binnen de melkveesector zijn er mogelijkheden en kunnen melkveehouders maximaal al bijna 10 procent toeslag toerekenen uit een stapeling van diverse prestatiebeloningen. Terwijl dat voor de fruitteelt slechts op 1,5 procent ligt. Een groot deel van hun plus ontvangen de melkveehouders via hun zuivelcoöperatie doordat ze deelnemen aan duurzaamheidsprogramma’s, zoals On the way to PlanetProof. Opmerkelijk is dat de fruitteler hier voor PlanetProof geen plus krijgt. Fruittelers moeten aan dit keurmerk voldoen om hun fruit überhaupt te kunnen afzetten.

Het toepassen van natuurinclusieve maatregelen kunnen leiden tot besparing op bijvoorbeeld kunstmest, brandstof en gewasbeschermingsmiddelen. Ook hier leveren deze besparingen volgens de berekeningen van Holster een grotere plus op binnen de melkveesector dan binnen de fruitteeltsector, terwijl bedrijfsrisico’s blijven. De conclusie die Holster trekt, is dat de fruitteler de omslag niet gaat maken met prestatiebeloning uit hectaretoeslagen, zoals via de eco-regelingen. Het verschil moet komen uit een meerprijs voor het product. Of waarschijnlijk vooral uit indirecte belonings- en waarderingsvormen voor de fruitteler. Presteren in ruil voor vermindering van risico’s, ruimte om te ondernemen, toegang tot (nieuwe) aankoop- of afzetmarkt of via nieuwe bedrijfsmodellen. Er is veel mogelijk, maar we moeten ernaar op zoek en ze ontwikkelen.

Urgentie goed verdienmodel is groot

Deze becijfering zorgde voor de nodige discussie en onrust in de zaal. Vooral de minimale marges maken het voor de fruittelers extra moeilijk om te experimenteren of risico’s te nemen. "Op dit moment wordt er niets verdiend,’’ merkt een teler op. “We weten dat het anders moet, maar we kunnen niet.’’ De urgentie voor een nieuw verdienmodel is groot. Henri roept de deelnemers nogmaals op om samen met de volledige keten te komen tot een verdienmodel, waarin ook rekening wordt gehouden met een eerlijke waardeverdeling in de keten.

Download hier de presentatie van Henri Holster