Er ontstond een levendige discussie over belangrijke thema’s zoals het ontwikkelen van een duurzaam verdienmodel en de verdeling van ruimte in het buitengebied, waarbij de cruciale rol van de landbouw centraal stond. Het gezelschap bestond uit Statenleden en fractiemedewerkers van diverse politieke partijen, waaronder GroenLinks, VOLT, ChristenUnie, PvdA, PvdD, D66, CDA, BBB, VVD en 50PLUS, evenals beleidsmedewerkers.
Edwin is trots op zijn bedrijf, dat volgens hem op het mooiste plekje van Wijchen ligt, aan de Wijchense Ven. Hier komen landbouw, natuur en recreatie op unieke wijze samen, een omgeving waarin natuurinclusieve landbouw perfect past. Naast zijn melkveebedrijf runt hij een theetuin, een recreatietak die hij omschrijft als: “We melken tegenwoordig niet alleen koeien, maar ook mensen.” Hiermee onderstreept hij het belang van contact met burgers, dat zijn kijk op bedrijfsvoering aanzienlijk heeft veranderd. “Tien jaar geleden had ik zeker geen keverbank aangelegd in mijn perceel,” merkt hij op. Door telkens kleine en soms grote stappen te zetten, heeft hij de biodiversiteit op zijn land verbeterd.
Een belangrijk keerpunt in zijn bedrijfsvoering was de oprichting van de theetuin en de mogelijkheid om 25 hectare extra grond te pachten. Dit maakte zijn bedrijf extensiever en stelde hem in staat om zoveel mogelijk eigen ruw- en krachtvoer te verbouwen. De focus ligt sindsdien op goed bodembeheer, met als doel het organische stofgehalte te verhogen en bij te dragen aan CO2-vastlegging.
Daarnaast heeft Edwin een deel van zijn gronden natuurinclusief ingericht, met akkerranden, heggen en hagen, en experimenteert hij met het telen van alternatieve voedergewassen. Deze initiatieven leveren extra inkomsten op in de vorm van GLB-toeslagen, ANLb of een toeslag op het melkgeld.
Voor deze ondernemer is landbouw zowel boven als onder de grond natuurinclusief. Een goed beheerde bodem versterkt het bodemleven en heeft een betere capaciteit om water vast te houden. ''In de provincie Gelderland, waar waterbeheer een hoge prioriteit heeft, is dit van zeker van waarde ,'' meent Edwin.
Toch baart de toenemende druk op de ruimte hem zorgen. Er is steeds meer ruimte nodig voor wonen, recreatie, water, industrie, infrastructuur, natuur en landbouw. “Als we met z’n allen op een duurzame manier, grondgebonden, landbouw willen bedrijven, moeten we afspraken maken over de verdeling van deze ruimte, zodat je daar als ondernemer op kunt anticiperen. Nu krijg ik als ondernemer telkens te maken met nieuwe claims, waarbij steeds een deel van mijn grond wordt afgesnoept. In mijn geval gaat het nu om natuur en recreatie." Edwin is zelf een grote voorstander om eens na te denken over dubbelfuncties in het buitengebied, waar de druk op ruimte mogelijk wat kan afnemen. "Het is belangrijk om de regie te pakken en samen na te denken over de verdeling en inrichting van een gebied,” meent Edwin. Hij legt deze vraag dan ook graag voor aan alle Statenleden.
Als afsluiting bracht Edwin samen met de Statenleden een bezoek aan zijn perceel in Niftrik, waar hij liet zien hoe hij natuurinclusieve landbouw in de praktijk brengt.