De bijeenkomst start met een bezoek aan een fruitboomgaard. Op het perceel met appels pakt de fruitteler de plaagbestrijding zoveel mogelijk geïntegreerd aan. Om dit goed te doen is het waarnemen van de verschillende aanwezige insecten in de boomgaard erg belangrijk.
De meest praktische methode om het aantal en de soorten insecten te screenen is door te schudden aan de takken en tegelijk deze insecten op te vangen, ook wel klopmonsters genoemd. Vervolgens pak je een loep en screen je het monster. Deze methode vereist wel veel kennis over insecten van zowel de teler als de adviseur. Het geeft een goede momentopname en werkt beter dan de inzet van vangplaten. Deze platen werken vooral goed om de geveugelde insecten in kaart te brengen.
Op basis van de resultaten van verschillende waarnemingen is de conclusie dat er een goed biologisch evenwicht is, ondanks dat er naast de goede insecten ook een aantal schadelijke insecten waargenomen is.
De toepassing van bloemenstroken voor het aantrekken van bijen en andere nuttige insecten geeft een flinke discussie onder de aanwezigen. Een belangrijk vraagstuk is of de bloemen- en kruidenranden wel de juiste insecten aantrekken, die bijdragen aan het bestrijden van plagen en of ze wel op het juiste moment aanwezig zijn. Een andere belangrijke vraag is of deze plaagbestrijders wel de schadelijke insecten uit bomen opeten, of juist liever hun voedsel halen uit de bloemenstrook. Om dit laatste zoveel mogelijk te voorkomen is actief beheer van de bloemenstrook noodzakelijk. Dat betekent in de praktijk dat er tijdig gemaaid moet worden. Daarnaast is een veel gehoorde opmerking uit dat groep dat er nog veel kennis nodig is. Er ontbreekt nog de nodige wetenschappelijk kennis over het effect van bloemenranden bij natuurlijke plaagbestrijding. Toch bestaat er de indruk bij de aanwezige deelnemers dat het wel effect heeft in de praktijk.
De aanpak van bestrijding van brandhaarden blijft een belangrijk aandachtspunt. Bestrijding is nodig, maar beperk het alleen tot de haard. Dan blijft in het overige deel de natuurlijke opbouw zoveel mogelijk intact. Door de inzet van sensoren en camera’s kunnen de middelen nauwkeurig gedoseerd worden. Deze technieken zijn nog volop in ontwikkeling.
Bezoek aan een boomkwekerij
In de middagdeel bezoeken de deelnemers een boomkwekerij. Hier zien ze een jonge bloemenstrook, die volgens de kweker wel effect heeft op het aantrekken van insecten. Ze spreken af later in het jaar het resultaat opnieuw te bekijken.
Rond het terrein met potplanten en jonge bomen is een heg geplant. Dit is een goede aanpak voor de natuurlijke bestrijding. Het is advies is om in de haag ook Rosa rugosa, oftewel rozebottel aan te gaan planten. De kweker zal deze optie zeker meenemen bij het planten van een heg bij het nieuw aan te leggen containerveld. In de boomkwekerij is net als in de fruitteelt ook gekeken naar het monitoren van de plaaginsecten en de natuurlijke vijanden. Op deze boomkwekerij was perenbladvlo een item. Gezien de druk en de aanwezige roofwantsen (Orius) zou er volgens Guido Sterk geen bestrijding nodig zijn, aangezien er volgens hem voldoende biologisch evenwicht is. Deze boomkweker durft relatief weinig gewasbeschermingsmiddelen in te zetten. Dus past deze aanpak goed bij deze ondernemer en zijn teelt.
Minder middelen in kersen geen optie dit jaar
Minder middelen inzetten in de kersen in pot blijkt in de praktijk een stuk lastiger. De luisdruk is dit voorjaar erg hoog en bovendien kun je in de pot geen buffer opbouwen met natuurlijke vijanden. Het aanleggen van een haag met onder ander rozebottel aan de rand van het containerveld kan hier een goede aanvulling zijn op dit bedrijf. Daardoor hoeft deze kweker waarschijnlijk minder correctiemiddelen in te zetten.
Al met al een prachtige en leerzame dag met mooie discussies. Genoeg stof tot nadenken met honger naar meer (wetenschappelijke) kennis.